Extern
Als u een externe microfoon gebruikt, moet u deze eerst op uw computer aansluiten. De aansluitingen op uw geluidskaart bevinden zich aan de achterkant van uw computer, maar soms ook aan de voorkant. De aansluiting waarin u de microfoon wilt aansluiten is meestal roze (microfoon) en bevindt zich naast twee andere aansluitingen; een groene (luidsprekers) en de andere blauwe (line in).
Bij geluidskaarten van mindere kwaliteit kunnen er slechts twee aansluitingen zijn, één voor speaker out en één voor line in. Gebruik in dat geval de line in. De aansluitingen zullen gelabeld zijn, dus als ze niet gekleurd zijn, kunt u een microfoonsymbool zien (voor de microfoonaansluiting) of een pijl die naar beneden wijst (voor de line in aansluiting). Als u niet weet welke aansluiting u moet gebruiken, kunt u deze met vallen en opstaan vinden.
On-board
Als u een microfoon gebruikt die in uw computer is ingebouwd, gaat u naar de sectie 'Windows-audio-instellingen'
Optie 1:
Dubbelklik op het pictogram in het audiovak dat wordt weergegeven door de luidspreker
Optie 2:
Klik op Start -> Klik op Uitvoeren -> Typ sndvol32.exe /rec
Optie 3:
Klik op Start -> Klik op Configuratiescherm -> Klik op Geluiden en audioapparaten -> Klik op Geavanceerd
Waarschijnlijk heeft u na een van de bovenstaande processen het volumeregelingsvenster geopend en niet het opnameregelingsvenster. Het volumeregelingsvenster regelt het afspeelvolume. Wij hebben het opnameregelingsvenster nodig om het opnamevolume aan te passen. U kunt naar dit venster overschakelen door:
Klik op 'Opties' in de bovenste werkbalk -> Klik op 'Eigenschappen'-> Selecteer het vak 'Opname' onder het kopje 'Volume aanpassen voor' -> Klik op 'OK'